Update

  Delen:

Glasrisico is géén sluitpost bij vastgoedontwikkeling, integendeel

In steeds meer nieuwe woon-, kantoor- en bedrijfscomplexen die in Nederland verrijzen worden prachtige, moderne glaspartijen toegepast. Ze zorgen voor verfraaiing van de gebouwde omgeving. Minstens zo belangrijk is het besef van vastgoedontwikkelaars over welke risico’s innovatieve toepassingen van glas met zich meebrengen. Dat begint volgens Jan Britink, technisch inspecteur bij Samenwerking Glasverzekering, al in de ontwerpfase.

‘Zorg dat je als ontwikkelaar of exploitant ‘glasbewust’ bent’, zo luidt het pleidooi van Britink. ‘Wat heb je straks allemaal voor glas in je gebouw? Wat voor glassoorten en wat voor vormen, met welke specifieke kenmerken? Die keuzes worden aan de tekentafel van de architect gemaakt. Het zijn keuzes die verstrekkende gevolgen hebben op het moment dat er glasschade ontstaat. Hoe kostbaar is het om het glas te repareren of te vervangen? Hoe snel kan dat gebeuren? Is reparatie of vervanging überhaupt wel mogelijk? En hoe zorg je ervoor dat je met de juiste verzekering volledig gedekt bent tegen de financiële risico’s op het moment dat er sprake is van glasschade?’

Betrokkenheid vanaf de ontwerpfase
Britink pleit voor betrokkenheid van de verzekeraar en intermediair in risicomanagement vanaf de eerste ontwerpfase. ‘Glasrisico is namelijk géén sluitpost bij vastgoedontwikkeling, integendeel. Je moet er vooraf weloverwogen keuzes over maken, zodat je achteraf niet onaangenaam wordt verrast. Neem als voorbeeld moderne glaspartijen met gebogen glas. Die worden vaak met speciale mallen gemaakt in verre landen. Dat maakt reparatie of vervanging kostbaar en maakt dat levering en dus schadeherstel lang kan duren.’ 

Risicomanagement, contractmanagement en verzekeren
Bovendien moet je volgens Britink verder kijken dan alleen glasherstel. ‘Moeten bij herstelwerkzaamheden bijvoorbeeld zonneweringen, delen van een pui of andere zaken verwijderd worden? Is de inhuur van een hoge kraan nodig en zijn voor het plaatsen ervan vergunningen vereist? Allemaal zaken om rekening mee te houden. Bij de keuzes die je maakt én bij het komen tot een verzekering die in een schadegeval volledige dekking biedt. Naast dit geheel van risicomanagement is ook contractmanagement belangrijk. Want in het huurcontract leg je vast welke partijen voor welk glasrisico verantwoordelijk zijn. Ook dat is bepalend voor het maken van een passende glaspolis.’

Let op als huurder zonnepanelen plaatst!

Bent u eigenaar van een gebouw? En heeft u uw huurder toestemming gegeven om op eigen kosten zonnepanelen op het complex te plaatsen? Geef dit aan ons door. Hoewel u niet de eigenaar van de zonnepanelen bent, kunnen wij dan regelen dat schade als gevolg van het zonnesysteem wordt meeverzekerd in uw opstal-/gebouwenverzekering.

Zonnepanelen: opruimingskosten
bij brandschade


Goede installatie én bevestiging van zonnepanelen op gebouwen is een absolute must. En bovendien een vereiste van verzekeraars. Stel dat zonnepanelen toch in brand gaan? Dan kunnen glasdeeltjes met de rook worden meegevoerd en tot wel tien kilometer ver neerdalen. Is er voor het gebouw in kwestie een opstal-/gebouwenverzekering afgesloten? Dan is het opruimen van glasdeeltjes op eigen terrein gedekt onder ‘opruimingskosten’. Afhankelijk van de afgesloten polis geldt dit ook voor opruimingskosten buiten het eigen perceel.

Onder opruimingskosten verstaan verzekeraars de kosten om beschadigde delen van het bedrijfsgebouw op te ruimen. Hieronder vallen het afbreken, wegruimen en afvoeren van beschadigde delen van het bedrijfsgebouw. Belangrijk in geval van gevallen zonnepanelen en neergedaalde glasdeeltjes: de zonnepanelen moeten verzekerd zijn, inclusief opruimingskosten. Meestal is er dekking voor opruimingskosten tot 10 procent van het verzekerd bedrag, eventueel tot een bepaald maximum. Afhankelijk van de voorwaarden is er in de meeste gevallen sprake van dekking op het risicoadres zelf en alle percelen daarbuiten. Omdat bij brand glasdeeltjes via de rook ver weg kunnen neerdalen is dit laatste een belangrijk aandachtspunt bij het sluiten van een verzekering.

Heading

Ontwerprisico’s voor opdrachtgevers


Fouten in het ontwerp van vastgoedprojecten (nieuwbouw of verbouw) kunnen tot aanzienlijke financiële schade leiden. Niet alleen voor adviseurs en afnemers van het project, maar óók voor opdrachtgevers.

In principe wordt de adviseur die een ontwerpfout maakte aansprakelijk gesteld. Maar deze heeft vaak zijn aansprakelijkheid contractueel (sterk) beperkt op basis van een brancheregeling. Een bekend voorbeeld van zo’n door brancheorganisaties opgestelde regeling is De Nieuwe Regeling (DNR). In dit soort regelingen staan beperkingen over bijvoorbeeld: 

  • De hoogte van de maximale vergoedingsplicht

  • De aard van de schade

  • De vervaltermijn van de aansprakelijkheid van de adviseur

Het is heel gebruikelijk dat de beroepsaansprakelijkheids-verzekering van een adviseur dezelfde brancheregelingen volgt. Dat is dan onderdeel van de gemaakte contractvoorwaarden.

Ontwerpverzekering Voor Opdrachtgevers (OVO)
Die beperkingen zorgen ervoor dat opdrachtgevers de kosten voor ontwerpschade niet helemaal kunnen verhalen op de verzekering van de adviseur. Het afsluiten van een Ontwerpverzekering Voor Opdrachtgevers (OVO) is hiervoor de oplossing. Het grote voordeel is dat er dan geen sprake is van bovengenoemde beperkingen. De verzekering biedt de opdrachtgever onder meer:

  • Dekking bij schade van de opdrachtgever zelf én aansprakelijkheid richting derden.

  • Een verzekeringstermijn van 10 jaar.

  • Geen uitsluiting voor gevolg- of indirecte schade.

  • Een verzekerd bedrag naar eigen keuze: in de praktijk
    5 miljoen of 10 miljoen euro. 

Een OVO kan een opdrachtgever per project afsluiten of op doorlopende basis voor alle projecten.

Update

  Delen:

‘Zorg dat je als ontwikkelaar of exploitant ‘glasbewust’ bent’, zo luidt het pleidooi van Britink. ‘Wat heb je straks allemaal voor glas in je gebouw? Wat voor glassoorten en wat voor vormen, met welke specifieke kenmerken? Die keuzes worden aan de tekentafel van de architect gemaakt. Het zijn keuzes die verstrekkende gevolgen hebben op het moment dat er glasschade ontstaat. Hoe kostbaar is het om het glas te repareren of te vervangen? Hoe snel kan dat gebeuren? Is reparatie of vervanging überhaupt wel mogelijk? En hoe zorg je ervoor dat je met de juiste verzekering volledig gedekt bent tegen de financiële risico’s op het moment dat er sprake is van glasschade?’

Betrokkenheid vanaf de ontwerpfase
Britink pleit voor betrokkenheid van de verzekeraar en intermediair in risicomanagement vanaf de eerste ontwerpfase. ‘Glasrisico is namelijk géén sluitpost bij vastgoedontwikkeling, integendeel. Je moet er vooraf weloverwogen keuzes over maken, zodat je achteraf niet onaangenaam wordt verrast. Neem als voorbeeld moderne glaspartijen met gebogen glas. Die worden vaak met speciale mallen gemaakt in verre landen. Dat maakt reparatie of vervanging kostbaar en maakt dat levering en dus schadeherstel lang kan duren.’ 

Risicomanagement, contractmanagement en verzekeren
Bovendien moet je volgens Britink verder kijken dan alleen glasherstel. ‘Moeten bij herstelwerkzaamheden bijvoorbeeld zonneweringen, delen van een pui of andere zaken verwijderd worden? Is de inhuur van een hoge kraan nodig en zijn voor het plaatsen ervan vergunningen vereist? Allemaal zaken om rekening mee te houden. Bij de keuzes die je maakt én bij het komen tot een verzekering die in een schadegeval volledige dekking biedt. Naast dit geheel van risicomanagement is ook contractmanagement belangrijk. Want in het huurcontract leg je vast welke partijen voor welk glasrisico verantwoordelijk zijn. Ook dat is bepalend voor het maken van een passende glaspolis.’

In steeds meer nieuwe woon-, kantoor- en bedrijfscomplexen die in Nederland verrijzen worden prachtige, moderne glaspartijen toegepast. Ze zorgen voor verfraaiing van de gebouwde omgeving. Minstens zo belangrijk is het besef van vastgoedontwikkelaars over welke risico’s innovatieve toepassingen van glas met zich meebrengen. Dat begint volgens Jan Britink, technisch inspecteur bij Samenwerking Glasverzekering, al in de ontwerpfase.

Glasrisico is géén sluitpost bij vastgoedontwikkeling, integendeel

Let op als 
huurder zonnepanelen plaatst!

Bent u eigenaar van een gebouw? En heeft u uw huurder toestemming gegeven om op eigen kosten zonnepanelen op het complex te plaatsen? Geef dit aan ons door. Hoewel u niet de eigenaar van de zonnepanelen bent, kunnen wij dan regelen dat schade als gevolg van het zonnesysteem wordt meeverzekerd in uw opstal-/gebouwenverzekering.

Zonnepanelen: opruimingskosten bij brandschade


Goede installatie én bevestiging van zonnepanelen op gebouwen is een absolute must. En bovendien een vereiste van verzekeraars. Stel dat zonnepanelen toch in brand gaan? Dan kunnen glasdeeltjes met de rook worden meegevoerd en tot wel tien kilometer ver neerdalen. Is er voor het gebouw in kwestie een opstal-/gebouwenverzekering afgesloten? Dan is het opruimen van glasdeeltjes op eigen terrein gedekt onder ‘opruimingskosten’. Afhankelijk van de afgesloten polis geldt dit ook voor opruimingskosten buiten het eigen perceel.

Onder opruimingskosten verstaan verzekeraars de kosten om beschadigde delen van het bedrijfsgebouw op te ruimen. Hieronder vallen het afbreken, wegruimen en afvoeren van beschadigde delen van het bedrijfsgebouw. Belangrijk in geval van gevallen zonnepanelen en neergedaalde glasdeeltjes: de zonnepanelen moeten verzekerd zijn, inclusief opruimingskosten. Meestal is er dekking voor opruimingskosten tot 10 procent van het verzekerd bedrag, eventueel tot een bepaald maximum. Afhankelijk van de voorwaarden is er in de meeste gevallen sprake van dekking op het risicoadres zelf en alle percelen daarbuiten. Omdat bij brand glasdeeltjes via de rook ver weg kunnen neerdalen is dit laatste een belangrijk aandachtspunt bij het sluiten van een verzekering.

Heading

Ontwerprisico’s voor opdrachtgevers

In principe wordt de adviseur die een ontwerpfout maakte aansprakelijk gesteld. Maar deze heeft vaak zijn aansprakelijkheid contractueel (sterk) beperkt op basis van een brancheregeling. Een bekend voorbeeld van zo’n door brancheorganisaties opgestelde regeling is De Nieuwe Regeling (DNR). In dit soort regelingen staan beperkingen over bijvoorbeeld: 

  • De hoogte van de maximale vergoedingsplicht

  • De aard van de schade

  • De vervaltermijn van de aansprakelijkheid van de adviseur

Het is heel gebruikelijk dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van een adviseur dezelfde brancheregelingen volgt. Dat is dan onderdeel van de gemaakte contractvoorwaarden.

Ontwerpverzekering Voor Opdrachtgevers (OVO)
Die beperkingen zorgen ervoor dat opdrachtgevers de kosten voor ontwerpschade niet helemaal kunnen verhalen op de verzekering van de adviseur. Het afsluiten van een Ontwerpverzekering Voor Opdrachtgevers (OVO) is hiervoor de oplossing. Het grote voordeel is dat er dan geen sprake is van bovengenoemde beperkingen. De verzekering biedt de opdrachtgever onder meer:

  • Dekking bij schade van de opdrachtgever zelf én aansprakelijkheid richting derden.

  • Een verzekeringstermijn van 10 jaar.

  • Geen uitsluiting voor gevolg- of indirecte schade.

  • Een verzekerd bedrag naar eigen keuze: in de praktijk
    5 miljoen of 10 miljoen euro. 

Een OVO kan een opdrachtgever per project afsluiten of op doorlopende basis voor alle projecten.

Fouten in het ontwerp van vastgoedprojecten (nieuwbouw of verbouw) kunnen tot aanzienlijke financiële schade leiden. Niet alleen voor adviseurs en afnemers van het project, maar óók voor opdrachtgevers.

Meijers Magazines

Lees onze magazines en blijf op de hoogte van trends en achtergronden over risicomanagement en verzekeringen. Vanuit verschillende doelgroepen: transport & logistiek, woningcorporaties, food & feed en bouw & installatie. Benieuwd?
Volledig scherm